Als Marco geboren wordt zijn de Duitsers het land net uit en loopt de Tweede Wereldoorlog op zijn einde. Overal heerst armoede en ontbering, maar aan Marco ontbreekt het niets. Eten en drinken is er genoeg omdat zijn vader werkt, kleinvee houdt, zaait en plant en zijn moeder een café uitbaat. Hij draagt de kleren af van zijn oudere broers en comfort is hij niet gewoon. Als iets ontbreekt past de naburige familie Leopold bij, waar hij kind aan huis is. Hij groeit op in de kanaalzone tussen de sluis en de ophaalbrug, waar zich ook houtzagerij Leopold en een granenhandel van dezelfde familie bevinden. Als vanzelfsprekend wordt hij later tewerkgesteld in één van deze bedrijven, waar hij zich weet op te werken tot een hoge functie, tot de opvolging van de ouder wordende directeurs minder vlot verloopt dan verwacht en de groei van de West-Europese economie verzwakt. De Barst in De Beitel is het eerste deel van de Beiteltrilogie.