Little Levy ging zitten, keek of we elkaar driemaal daags zagen en zei: ‘Lenny
is dood, Jeff, en ik ga ze pakken, maar jij moet helpen.’
Ik zag Lenny voor me, 1.17 lang, 40 kilo zwaar, Iolana Szczot voor de
burgerlijke stand, Lenny the Giant als ze samen met Little Levy Beaurevoir
meedeed aan wedstrijden dwergbowlen. Weinig lichaam maar veel hersens
waar ze mee dacht voor twee, soms voor drie als ik niet op mijn best was.
‘Ja?’ zei Levy.
‘Ja,’ zei ik. ‘Waar denk je dat ze zijn?’
De zoektocht van Jeff Meeks en Little Levy naar de moordenaars van
Lenny the Giant voert naar Upland in Californië, Totacon in Arizona en
Branson in Missouri. Little Levy wordt steeds ongeduldiger en roekelozer.
Jeff denkt weliswaar voor hem, maar hij doet daar erg lang over. Levy wil
wraak en of hij het overleeft, is van geen belang.
De onopvallende Rockne Paradise bezoekt dezelfde plaatsen. Zijn
opdracht is om Little Levy en liefst ook Meeks in leven te houden. De klus
valt hem zwaar: iemand een handje helpen heeft iets tegennatuurlijks als
je van beroep huurmoordenaar bent.
Peter de Zwaan schreef ruim twintig misdaadromans waaronder zeven met als
hoofdpersoon‘loner’ Jeff Meeks. Hij kreeg twaalf keer een nominatie voor een
boekenprijs en won in 2000 De Gouden Strop met Het Alibibureau.
