Tekenaar Peter Vos (1935-2010) maakte tientallen boeken in één exemplaar, bestemd voor geliefden, familieleden en vrienden. Eén van de vroegste daarvan is het Scheppingsverhaal dat hij op 5 december 1959 cadeau doet aan Mieke Heybroek, op wie hij dan verliefd is. Het boek, oorspronkelijk slechts voor haar ogen bestemd, vond zijn weg naar publicatie in 1966 en werd direct een bestseller.
Het Scheppingsverhaal beslaat achtenveertig pagina’s waarop de schepping op een vrijzinnige manier verbeeld wordt. God de Vader, de Schepper, een man met baard gehuld in een monnikspij, speelt in vrijwel alle pagina’s de hoofdrol. Hij is druk in de weer met de schepping van bomen, dieren, vogels etc. waarna hij tot slot Adam en Eva creëert.
In 2018, bijna zestig jaar na dato, wordt het Scheppingsverhaal opnieuw uitgegeven, voor het eerst in een fraaie facsimile-uitgave. In een begeleidend essay reconstrueert kunsthistoricus Jan Piet Filedt Kok de ontstaans- en publicatiegeschiedenis van het Scheppingsverhaal.
