Vincent van Gogh kocht tijdens zijn verblijf in Parijs meer dan 600 Japanse kleurenhoutsneden. Japanse kunst wasop dat moment een rage. Van Gogh wilde handeldrijven in deze populaire prenten, maar de tentoonstelling die hij organiseerde in café Le Tambourin werd geen succes. Geluk bij een ongeluk was dat de kunstenaar zijn verzameling vanaf dat moment in alle rust kon bestuderen. Langzaam maar zeker raakte hij in de ban van de aantrekkelijke, kleurrijke en ongebruikelijke motieven en stijl.
Dit boek gaat gedetailleerd in op Van Goghs verzameling, analyseert de samenstelling en de kwaliteit, en toont een ruime selectie van de Japanse prenten die hij in zijn bezit had en die zich nu in de collectie van het Van Gogh Museum bevinden. Deze prenten, van kunstenaars als Hiroshige, Kuniyoshi en Kunisada, bieden een verrassende blik op een van de meest krachtige, creatieve inspiratiebronnen voor Van Goghs werk.
'Ik benijd de Japanners om die enorme helderheid die alle dingen bij hen hebben. Nooit is het saai en nooit lijkt het te veel in haast gemaakt. Hun werk is even gemakkelijk als ademhalen en zij maken een figuur in enkele trefzekere lijnen'
- Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, september 1888
