Een Hollandse yup en een Marokkaanse Nederlander in gevecht om meer dan waar het om gaat.
Wouter woont riant op de Zuidas, maar wil vertrekken uit Nederland. Het is zijn land niet meer. Hij zet zijn prachtige penthouse te koop en de eerste koper die zich aandient is de Marokkaanse Omar. Dat wordt niks, denkt Wouter, die kan het appartement vast niet betalen en als hij dat wel kan zal het wel met drugsgeld zijn. Omar raadt zijn gedachten en confronteert hem daarmee. De mannen besluiten man en paard te noemen. Veel hebben ze niet te verliezen tenslotte. De een is zijn land toch al kwijt, vindt hij zelf, de ander wordt toch al vaak bekeken alsof hij een misdadiger is, weet hij.
En dan is er ook nog een vrouw die toevallig met beide mannen te maken heeft.
Wouter verkoopt Omar uiteindelijk zijn appartement en vertrekt naar Frankrijk, omdat hij genoeg heeft van Nederland. Dat valt hem niet mee. Nu is hij opeens de buitenlander en nu wordt hij opeens regelmatig aangekeken alsof hij een vies beest is. Het kost moeite, maar uiteindelijk keert hij terug naar Amsterdam en probeert hij zijn penthouse weer terug te kopen. Omar zegt dat daar altijd over te praten is, maar hij zat het hem niet gemakkelijk maken. Zaken zijn zaken tenslotte en bezit is bezit.
Penthouse Zuidas zet alles scherp, neemt geen blad voor de mond en laat het debat zijn wat het zijn moet: een debat en niet meer dan dat.
