Het Gilgamesj-epos is een lang verhalend gedicht uit het oude Mesopotamië, tegenwoordig bekend als Irak. Het verhaal is overgeleverd op kleitabletten die dateren uit de periode tussen 2100 en 1200 v.Chr. Het epos volgt de avonturen van Gilgamesj, de historische en mythische koning van de stad Uruk.
In het epos wordt Gilgamesj afgebeeld als een tirannieke koning die door de goden wordt getemd door de creatie van Enkidu. Deze Enkidu is een wildeman die al snel zijn beste vriend en metgezel wordt. Samen beleven ze vele avonturen en trekken ze ten strijde tegen de monsterachtige Humbaba en de Hemelstier. Als Enkidu sterft wordt Gilgamesj bang voor de dood en gaat hij op zoek naar onsterfelijkheid. Deze zoektocht brengt hem bij Ut-napishtim, een figuur vergelijkbaar met de Bijbelse Noach, die de geheimen van het leven onthult.
Het epos is niet alleen belangrijk als literair werk, maar ook als bron van informatie over het oude Mesopotamië. Over de sociale structuren, religieuze overtuigingen en het menselijk denken in die tijd. Het thema van de zoektocht naar onsterfelijkheid en de uiteindelijke acceptatie van menselijke beperkingen weerspiegelt universele vragen over het menselijk bestaan.
Dit oudste verhaal van de mens wordt levendig verteld door Pita Schimmelpenninck, bijgestaan door Jeroen Jonker Roelants, Deen Ottevanger en Patrick van der Aa.
Inhoud
H1. Mesopotamië en het Uruk-fenomeen
H2. Gilgamesj en Enkidu
H3. Hoembaba en de reis naar het cederbos
H4. De dood van Enkidu
H5. Ut-Napishtim en het verhaal van de grote overstroming
H6. Gilgamesj en de dood overwonnen
