Eind negentiende eeuw koopt Charles Ephrussi, steenrijke telg uit een joodse familie, een fors aantal netsukes, Japanse gordelknopen. Hij heeft ze jarenlang tentoongesteld in een speciale vitrine in zijn woning in Parijs. Daarna schenkt hij ze aan zijn neef Victor in Wenen, ter gelegenheid van diens huwelijk. Het is nog een hele operatie om ze met vitrine en al daar te krijgen. Anders dan in Parijs worden ze in Wenen in een kamer neergezet die alleen toegankelijk is voor de familie. Na de overname van Oostenrijk door de nazi's weet de huishoudster de beeldjes in haar schortzak weg te smokkelen en in haar matras te verstoppen. Na de Tweede Wereldoorlog komen ze in Japan terecht bij een zoon van de familie. Als deze overlijdt, gaan ze naar een neef, de auteur van dit boek. Deze gaat zich verdiepen in de geschiedenis van hun eigenaars. Hij geeft veel aandacht aan hun weelderige huisvestingen, maar ook aan hun kennissen, van Renoir tot Rilke. Hij schetst daarmee een onthullend beeld van fabelachtig rijke mensen met veel interesse voor kunst en cultuur. Bevat zwart-witfoto's.