Zachtjes gleden we met de wielen van de Cessna door de wolken. Zo voelde het zacht, maar we hadden een enorme snelheid. Het geronk van de motor was hoorbaar in onze headsets. Ik vloog, ik was bang, maar ook heimelijk gelukkig. Al die dimensies om ons heen. Ik had het stuur niet meer in eigen handen!
De horizon driehonderdzestig graden om ons heen, gaf de indicatie dat we het vliegtuig in balans hadden. Rechtvaardig vlogen! Met bedekte oren spraken we de vliegtaal op hoog niveau.
Roger! De landing wordt ingezet, nog vijfhonderd voet te gaan, met de neus van het vliegtuig gericht op de witte drempel. Een afgetrimd ingezet glijpad leidde ons naar de drempel van de landingsbaan. De zijkanten van onze ogen tastten de horizon af, er volgde een klik. Ineens zaten we weer ergens in, geen horizon meer! Weer gevangen in een omgeving met obstakels, gebouwen en drukte. De ruimte van de horizon die ons vrijheid gaf is verdwenen. De vrijheid lag daar boven. Het aardse evenwicht herstelde zich; nog beduusd door het onwerkelijk gevoel van ultieme vrijheid. De obstakels waar we allemaal mee moeten leven liepen we schoorvoetend tegemoet. Ik sloot de deur van de hangaar, ik was het vliegtuig kwijt; de reuk van benzine, olie en leer. Uit het oog, maar niet meer uit het hart.
Fuera de la vista, pero no desde el corazón