Konkelen, streken uithalen en samenzweren zijn in een organisatie een alledaagse bezigheid. Wie spant met wie samen? Wie zijn er "twee handen op één buik"? Wie manipuleert wie, waartoe en hoe? Mensen die vertrouwen op de formele verhoudingen, op het "nette" spel, komen bedrogen uit. Beslissingen komen niet alleen tot stand door rationele afwegingen van voor- en tegenargumenten. Nee, het andere spel, het ondergrondse politieke machtsspel, is minstens even belangrijk. In dit boek geeft de auteur inzicht in het politieke gedoe in bedrijven. Hij beschrijft op ironische en zeer toegankelijke wijze de meest voorkomende gore streken. Hij spoort de lezer aan om "politieker" te worden. Welke belangen streven mensen na? Over welke machtsbronnen kun je eenvoudig beschikken? Wat is je eigen niveau van "rattigheid"? Hoe vindt je de psychologische zwakheden van je tegenstrevers? Hoe speel je hoog spel? Op dit soort praktische vragen gaat de auteur in deze negatieve deugdenleer uitvoerig in. Ook opponeert hij tegen de verbraving in organisaties. Veel medewerkers worden met managementtheorieën om de oren geslagen en aangespoord tot ontwikkeling, synergie, meesterschap en bezieling, terwijl hun ervaring daar haaks op staat: de ervaring van graaien, naaien en piepelen.