In 'Een Testament' van de Bengaalse dichter Tagore is een zestal uit verschillende tijdschriften verzamelde essays opgenomen, door Tagore in verschillende perioden van zijn leven geschreven. Drie ervan schreef hij ter gelegenheid van zijn vijftigste, zijn zeventigste en tachtigste verjaardag. Ook als essayist, briefschrijver of berichtgever van het eigen leven is Tagore dichter. Er is ook rijkelijk uit zijn dichterlijk oeuvre geciteerd. Voorop staat altijd zijn poetische visie op het heelal, de natuur, het leven. Hij is, als dichter, geen asceet en hij hangt ook geen welomschreven religie aan; in zijn jeugd op het landgoed van zijn vader gevoed met de mystieke uitspraken van de Oepanisjaden, wordt zijn geestesleven echter geheel doortrokken door een diepe religiositeit waarmee hij alles omvat en alles kan accepteren. Het boek is mooi vertaald.